Valkuil op zolder

Natuurlijk heeft de Japanse opruimgoeroe in meer of mindere mate gelijk: ook ik voel me meer op mijn gemak in een opgeruimd huis. En ik wíl ook echt die volle zolder resoluut gaan aanpakken. Een keer. Ik sluit de laptop af en maak mijn eerste voornemen voor 2017.

Want dat elk nadeel zijn voordeel heeft, werd me afgelopen week maar weer eens duidelijk. In aanloop naar het Heerlijk avondje had ik de doos “Sinterklaas-spullen” nodig. Het was een hele zoektocht op onze bomvolle zolder.  Ons huis is gebouwd in de ‘jaren 30 stijl’, lees: met een zolder waarop je kunt staan. Daar kunnen heel veel spullen worden neergezet en vergeten. Zie daar mijn valkuil.  

Bonte verzameling

Onze zolder herbergt een bonte verzameling van lampen, ledikanten, verkleedkleren (je weet maar nooit..) en skikleding. Er liggen kleuterschool-knutselwerken, studieboeken van lang geleden, lege fotoalbums en stapels losse foto’s van vóór het digitale tijdperk ernaast, geduldig wachtend op een volgende inplak-sessie.

De “Sinterklaas-spullen” stonden bij mijn weten altijd gebroederlijk tussen de “Paasdecoratie” en “Kerstversiering” in. Blijkbaar is de tussentijdse interne verhuizing niet tijdig aan alle familieleden doorgegeven. Ik vond het inpakpapier en de jute zakken uiteindelijk achter het speelgoed van de kinderen waar zij al lang niet meer naar omkijken, maar waarvan ik maar geen afstand kan doen.  

Juist omdat niets meer op de plaats staat waar ik het ooit bedoeld had, gaan er als ‘ik even iets van zolder ga halen’ ongewild meer spullen door mijn handen dan nodig is. En word ik telkens weer geconfronteerd met een groeiende chaos op de bovenste verdieping van ons huis. Soms denk ik: ‘Ik moet nodig eens opruimen!’, en doe dan meteen het zolderluik dicht en snel naar beneden. Of ik stuit onverwacht op spullen waardoor ik weg zink in herinneringen: ‘Wat zit er nog meer in de doos? Ah, ja wat schattig….’ Met als gevolg dat er een uur verstrijkt en ik nog niets gevonden dan wel opgeruimd heb.

Opruimdiscipline

De orde die er ooit is geweest heeft het afgelegd tegen mijn gemakzucht. Zoals Ellie Lust in ‘Het taaljaar 2016’ van Van Dale de noodzaak van etherdiscipline benadrukt, zou ik baat hebben bij ‘opruimdiscipline’.

Met een mok dampende koffie speur ik internet af (uitstelgedrag!) op zoek naar tips & tricks en stuit op de site van De groene meisjes. In hun blog over opruimen schrijven zij onder meer over Marie Kondo. Eén van de criteria van de Japanse opruimgoeroe is, dat je alleen dát bewaart waar je gelukkig van wordt. Maar met vier mede-bewoners is dit niet zo eenvoudig als het klinkt; Ik kan dan wel doodongelukkig van de afgeleefde Barbies van onze dochter raken, maar als zij daar juist heel blij van wordt, kan ik het niet over mijn moederhart verkrijgen om de mini-mannequins met schoenendoos en al naar de kringloopwinkel te brengen….   

Nog even terug naar mijn voornemen: De laatste weken van het jaar ga ik benutten om mezelf, tussen het kerstfeest en het oliebollen bakken door, geestelijk voor te bereiden op de operatie. Opruimen mag dan een kunst zijn, genieten is dat ook. Nadat in januari De Drie Wijzen op kraamvisite zijn geweest bij Jozef en Maria in de stal (laatst gezien: links van de kampeerspullen), ga ik met de mijzelf opgelegde opruimdiscipline de zolder op.

Oh, als iemand nog een stok voor me heeft, graag. Dan zet ik die achter de deur. Ik zal ‘m, naast een thermoskan koffie, hard nodig hebben.