Krokodillendromen

Willen krokodillen
rijden in een wagen?
Ik heb het klappertandend
geen reptieltje durven vragen

De kleinste met de grootste bek
liep op de skelter toe
Klaar voor de start! zo leek hij
‘Doe voorzichtig!’ riep zijn moe

Hij was de moed verloren
bleef zitten waar hij zat
Geen mens durfd’hem te storen
en niemand zei dus wat

Uren werden dagen
en dagen werden weken
aan een lege maag
is de kleine krok bezweken

We kunnen constateren
dat de kleine krokodil
ervan droomt maar liever niet
in een wagen rijden wil

De inspiratie voor dit gedicht vond ik in het beeld ‘Amfibie’ van Anne Mannaerts

Weerklank

Thuiskomen
in een transparant
geluidsbouwwerk

Warme klanken
beklijven als
omhelzing voor een
kwetsbaar leven
dat zoekend naar liefde
vervaarlijk langs het randje
schuurt, opgesierd

De tochtige trompet dreigt
bijna te ontploffen
Magistraal

als een zachte massage

Weerzien

Leven op een hoop
met zorg bijeengeraapt
Tijdloze onderwerpen
onbeperkt houdbaar
levenslang dierbaar

Een mand voor de kat, sokken
en was, mijn hoofd een vergiet
Tafelladekast voor snuisterijen
diner voor één en goede boeken
Met een klap
zet ik de stoel uit
en verzink in gedachten

weggestopt in vaas
van onder de Acropolis
verlangen naar grote vechters
in ijzingwekkend mausoleum

Minder slim dan de ezel bots ik
keer op keer
tegen de randen
van mijn herinneringen
Hunkerend naar warmte
overvalt kilte mij
telkens weer

Vliegensvluchthaven

Mensen met petten
mensen met tassen
Vaders en moeders
op kinderen passen

Trolleys die rollen
kopers die dollen
Man van de wereld
laat niet met zich sollen

Jongens met ijsjes
scrollende meisjes
Huilende babies
met snerpende krijsjes

Oudjes die gapen
pubers die slapen
kwajongensstreken
van kleine snotapen

Langgerekt wachten
roltrapgedachten
De afstap is eerder
dan je zou verwachten

Vluchtnummer kennen
last-minute rennen
Zwevend langs gate vier
de wereld verkennen

Vertrouwen

Zaaien en oogsten
warmte en water
groeien en bloeien
donker en dag

Veilige haven
rotsvast vertrouwen
vallen en opstaan
tranen en lach

Een steun in de rug
net voor het vallen
in onschuld proberen
ruimte voor groei

Stormen in stilte
denken in drukte
maken in ruimte
stralen in bloei