Bij ‘Prietpraat’ denk ik aan een rubriek in de Libelle (of was het Margriet?). Het was de titel van een wekelijks terugkerend item op de pagina gevuld met lezersbrieven. Uitspraken van kinderen, te krom om te kloppen en echt genoeg om aan het papier toe te vertrouwen, werden daar gedeeld met mede-lezers.
Prietpraat ~ 1) Gebeuzel 2) Gejeuzel van een kind 3) Geklets 4) Geneuzel 5) Kletspraat 6) Onbenullig gepraat 7) Onnozel geklets 8) Onzin 9) Zinloos geklets 10) Zinloos gepraat 11) Zinloze praat
Ik heb wel eens zo’n gesprekje ingezonden. Ik vond het grappig, maar dat kan goed zijn omdat juist mijn dochter de uitspraak deed. Objectiviteit en kinderen botsen wel eens, zie ik bij talentenjachten als ‘The Voice of Holland’. Maar oordeel zelf, of de redactie het gelijk aan haar kant had om het stukje tekst niet te plaatsen:
Onze dochter was haar pop aan het verzorgen. Ze merkte dat de pop pijn had. “Och wat vervelend nou”, zei ik. “Wat heeft ze dan?”
Met een bezorgde blik in haar ogen en een frons op haar voorhoofd vertrouwde ze mij toe: “Ze heeft heel erge pijn mam, ze heeft marsepein”. Een serieuze zaak, waarvoor we tijdens een kopje thee en een schaaltje pepernoten naar een oplossing zochten.
Klachten van een pop met marsepein kan je maar beter serieus nemen…
Ik hou ervan, waarschijnlijk omdat ik taal leuk vind. Hoe de woorden waarmee wij ons duidelijk maken ooit zijn ontstaan, hoe ze in de loop van de tijd zijn veranderd en welke nieuwe vondsten onze taal verrijken.
Onze kinderen praatten honderduit en worstelden weleens met de uitspraak van sommige woorden. Zo aten wij broodjes paas en pompommer. Stiekem vnd ik het jammer dat onze kinderen correct Nederlands leerden praten, al moet ik bekennen dat ik dat nu ontzettend handig vind.
En al zullen de woorden van onze kinderen de Dikke Van Dale niet halen, in mijn Huiberts geHeugen staan ze gegrift.