Eens komt de dag dat
ik zal schitteren in salons
waar dames in galajurken
en heren in gesteven pantalons
op gedempte toon spreken over
aardse problemen en proosten
op de goede afloop van een
slepend conflict in het Verre Oosten
Ik zal onvermoeibaar stralen
in paleizen of kastelen
waar prinsjes en prinsesjes
koninklijk verstoppertje spelen
Op een spiegelgladde houten vloer
zwieren ruisende rokken
walst wijn in kelken van kristal
tot de eregast uit de balzaal is vertrokken
Waar de glans van de juwelen
weerkaatst in mijn armaturen
en mijn betoverend schijnsel
glans geeft aan heimelijke avonturen
Niet voor alle kroonluchters
worden dromen werkelijkheid
Al is de lucht voor iedereen
een kroon past slechts de majesteit
Deze luchter-telg bleek voorbestemd
voor een slaapkamer van vier bij twee
zag zijn lichtend leven niet meer dan
studieboeken, vale jeans en een zwartwit tv
Alle hoop op beter is vervlogen
de kroon staat in de openlucht
Wordt niet langer meer bewonderd
slechts als tijdelijk trottoir-accessoire geduld
