Ver van mijn bed

De zilveren serveerschaal verscheen langzaam in zijn gezichtsveld en onttrok Louis’ blik aan bladzijde vierentachtig van het notariële stuk dat hij deze middag onafgebroken aan het bestuderen was. Hij keek naar de envelop en vervolgens in Hendriks asgrijze ogen. Zijn butler sloeg zijn ogen neer. Ook hij had het handschrift herkend.

Louis liet het lijvige dossier met een plof in zijn schoot vallen, nam de envelop van de schaal en verbrak in dezelfde beweging het koraalrode zegel.
“Daar gaan we weer Hendrik”, zuchtte Louis:

Louis, ik verwacht jou en mijn kleinzoon morgenochtend om nul-zevenhonderd uur in de salon, tenue de ville.

“Och, hoe komt mama zo matineus, Hendrik?
Papa én zijn genen blijken voor mij buitengewoon dominant te zijn geweest.”

Advertentie