Zullen we
vroeg ze
als we de
kerstboom in de tuin
met ballen en slingers
en lampjes hebben versierd,
ons
binnen aan
het haardvuur warmen
en proosten met glühwein
tot mijn
wangen gloeien ?
Zullen we
vroeg ze
als we de
kerstboom in de tuin
met ballen en slingers
en lampjes hebben versierd,
ons
binnen aan
het haardvuur warmen
en proosten met glühwein
tot mijn
wangen gloeien ?
De weken voor kerst brak het angstzweet me af en toe uit, als ik me bedacht dat er voor tweeëntwintig mensen een plaats in onze kamer moest worden gemaakt. Als altijd werkte ook nu weer het ruimtelijk inzicht van mijn man geruststellend. Want natuurlijk pasten alle tafels en stoelen.
Bovendien bleek mijn afkeer van opruimen nu een zegen (zie deze blog) en hadden wij genoeg meubilair in de garage staan voor alle gasten die wilden aanschuiven. Ondanks dat de familie bij ons kwam eten op de Eerste Kerstdag, was ik de dagen voor kerst verbazingwekkend rustig. We hadden de verschillende gangen van het diner onderling verdeeld en op die manier waren de voorbereidingen voor iedereen te behappen.
En toen brak het kerstfeest aan. (Ja, ondanks de ophef die door sommigen in de media wordt gemaakt, noem ik 25 en 26 december kerstfeest. Zoals ik de viering aan het einde van de ramadan ken als Suikerfeest en de derde zondag in juni Vaderdag is.) Twee mooie dagen met onze families.
We zaten met zijn allen aan een feestelijk gedekte lange tafel, die begon in de keuken en eindigde vlak voor de televisie in de woonkamer. Paste precies. Dankbaar omdat er nog geen lege plekken zijn gevallen aan de tafels, heb ik genoten van iedereen. Allemaal anders. En daarom zo leuk.
Mijn familie lijkt een weerspiegeling van de versiering in onze kerstboom. De kerstballen, slingers en piek zijn een samenraapsel van vele kerst-edities. Omdat wij ieder jaar één nieuw item kopen om het assortiment in de boom aan te vullen, zal onze boom niet in aanmerking komen voor publicatie in de VT Wonen of in een ander interieurmagazine. Ons thema is ‘geen thema’. En alle nieuwkomers passen er daarom prima bij.
Aan het einde van de tweede kerstdag zag ik dat de batterij van mijn telefoon langzaam was leeggelopen. Ik heb er geen erg in gehad.
Het waren dagen twee fantastische offline dagen.
‘Voor mij geen kaartenschrijverij dit jaar’, maakte ik mezelf vorige week wijs.
Het is ieder jaar weer een dingetje: wel of geen kerstkaarten schrijven? Ondanks dat ik een zwak heb voor ‘Tante Pos’ was ik dit jaar stellig: ‘Ik doe het niet meer.’
Totdat ik vorige week de eerste kerstkaart uit onze brievenbus viste. Blij verrast liep ik met de envelop bovenop de stapel folders naar onze achterdeur en bekeek het handgeschreven adres. Ik vind het namelijk een sport om de afzender aan het handschrift te herkennen; pas als ik denk te weten van wie de kaart komt maak ik de envelop open. (De korte euforie na een goed gewaagde gok blíjft leuk.)
Die eerste kaarten komen vaak van oudere ooms en tantes. Ik zie aan de letters op één van de kaarten dat de hand meer bibbert dan vorig jaar…. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen hun kerstgroet onbeantwoord te laten. De volgende dag loop ik daarom de boekhandel binnen om een pakketje kerstkaarten te kopen. Weer thuis installeer ik mezelf aan de keukentafel en met Serious Request op de achtergrond begin ik te schrijven.
En ach, hoeveel werk is het nu helemaal? Ik weet niet van wie de zin “Aandacht maakt alles mooier” is, maar ik denk dat het waar is. Een whatsapp of Facebookgroet kan niet tippen aan een handgeschreven kaart. Ja, je moet er even voor gaan zitten. Dat wel.
Het geklepper van de brievenbus. De vlaag winterkou die de gang binnendringt wanneer de verkleumde postbode een warme kerstgroet op de kokosmat laat vallen. Het zijn allemaal kleine lichtpuntjes die deze donkere dagen kleur geven. En dát hoef ik niemand, ook mezelf niet, wijs te maken.