My way

Kan ik mijn creativiteit vergroten met een Doe-het-zelf boek? Die vraag stelde ik mezelf toen ik een artikel las over Julia Camerons ‘The Artist’s Way’. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt en ik kocht het boek.

Nieuwsgierig

Ik ben er aan het begin van dit jaar in begonnen. In een programma van twaalf weken ga je spitten in je gedachten, herinneringen en gevoelens om die dingen te
ontdekken waar je veel plezier aan beleeft. Je gaat met oefeningen en opdrachten aan de slag om het ‘ideale pad’ te vinden. Klinkt zweverig, valt in de praktijk reuze mee. Ik was vooral nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar waar het me brengen zou. Benieuwd of het volgen van de cursus mij op één of andere manier zou verrijken. Of ik me als schrijfster zou ontwikkelen. En natuurlijk deed ik dat. Niet alleen als schrijfster trouwens

Vaste (‘niet-onderhandelbare’) onderdelen van The Artist’s Way zijn de ochtendpagina’s en het kunstenaarsafspraakje.

Verschrikkelijke afspraakjes

Het ‘afspraakje’ en ik waren niet meteen dikke vrienden: Een middag van de week een paar uur met mezelf (en alleen met mezelf) afspreken om iets te gaan doen. Dat ‘iets’ kan van alles zijn, als je het maar in je up doet. In het begin -en later ook nog- vond ik het verschrikkelijk. Op maandagavond dacht ik wanhopig: ‘Wat moet ik morgen met mij gaan doen?! Ik heb nog was en boodschappen die gedaan moeten worden!’ Opstandig werd ik ervan. Gaandeweg kreeg het uitje een vaste plaats in mijn weekritme. En toen begon ik het leuk te vinden.

Mijn museumjaarkaart en ik

Met mijn nagelnieuwe museumjaarkaart heb ik het afgelopen jaar meer musea bezocht dan in de tien jaren daarvoor bij elkaar opgeteld. Ik vond het verrassend leuk. Vooral wanneer andere bezoekers interessanter waren om naar te kijken (en een bron van inspiratie werden) dan de kunst aan de muur.

Ik stelde me van die afspraakjes weinig voor, maar het heeft me veel gebracht: Allereerst moest ik op eigen houtje op de plaats van bestemming zien te komen. Dat was, voor een geografisch beperkt mens als ik, een opdracht op zich. Ik verraste mezelf daarbij: Ik doe er misschien iets langer over, maar met wat geduld en de hulp van Google Maps kom ik overal waar ik wezen wil. De tijdsdruk van te laat komen is er niet; de enige waarmee ik heb afgesproken ben ik immers zelf.

De vijver vullen

Daarnaast blijkt dat ik de momenten en belevenissen in die uren beter onthoud dan wanneer ik deel uitmaak van een groep. Precies daarmee bereikte ik het doel van het afspraakje: de vijver met beelden vullen. Als een inspiratievoorraadje om uit te putten wanneer je weer gaat schrijven.

Met de ochtendpagina’s had ik minder moeite: Je zet een half uur eerder dan gewoonlijk de wekker en gaat schrijven. Meteen na het ontwaken drie bladzijden vol schrijven. Niet nadenken, de pen laten dansen over het papier. En weet je niets? Dan schrijf je ‘ik weet niets’ en nog een keer en nog een keer. Eerlijk gezegd was ik na die drie maanden blij dat ik ’s ochtends weer kon uitslapen tot kwart over zes….

Durven en doen20161214_191343

Op het pad van The Artist’s Way kwam ik mezelf ongewild tegen, op positieve en negatieve manieren. The Artist’s Way leerde mij op andere manieren naar mezelf en de dingen om me heen te kijken. En ik leerde dat ik wel degelijk invloed heb op het leven dat ik leid, simpelweg door dingen te doen. Niet per se op ‘The Artist’s Way’, maar in ieder geval op ‘My way’.

Want, zoals Julia zegt: ‘Het universum doet de rest.’

Advertentie

Valkuil op zolder

Natuurlijk heeft de Japanse opruimgoeroe in meer of mindere mate gelijk: ook ik voel me meer op mijn gemak in een opgeruimd huis. En ik wíl ook echt die volle zolder resoluut gaan aanpakken. Een keer. Ik sluit de laptop af en maak mijn eerste voornemen voor 2017.

Want dat elk nadeel zijn voordeel heeft, werd me afgelopen week maar weer eens duidelijk. In aanloop naar het Heerlijk avondje had ik de doos “Sinterklaas-spullen” nodig. Het was een hele zoektocht op onze bomvolle zolder.  Ons huis is gebouwd in de ‘jaren 30 stijl’, lees: met een zolder waarop je kunt staan. Daar kunnen heel veel spullen worden neergezet en vergeten. Zie daar mijn valkuil.  

Bonte verzameling

Onze zolder herbergt een bonte verzameling van lampen, ledikanten, verkleedkleren (je weet maar nooit..) en skikleding. Er liggen kleuterschool-knutselwerken, studieboeken van lang geleden, lege fotoalbums en stapels losse foto’s van vóór het digitale tijdperk ernaast, geduldig wachtend op een volgende inplak-sessie.

De “Sinterklaas-spullen” stonden bij mijn weten altijd gebroederlijk tussen de “Paasdecoratie” en “Kerstversiering” in. Blijkbaar is de tussentijdse interne verhuizing niet tijdig aan alle familieleden doorgegeven. Ik vond het inpakpapier en de jute zakken uiteindelijk achter het speelgoed van de kinderen waar zij al lang niet meer naar omkijken, maar waarvan ik maar geen afstand kan doen.  

Juist omdat niets meer op de plaats staat waar ik het ooit bedoeld had, gaan er als ‘ik even iets van zolder ga halen’ ongewild meer spullen door mijn handen dan nodig is. En word ik telkens weer geconfronteerd met een groeiende chaos op de bovenste verdieping van ons huis. Soms denk ik: ‘Ik moet nodig eens opruimen!’, en doe dan meteen het zolderluik dicht en snel naar beneden. Of ik stuit onverwacht op spullen waardoor ik weg zink in herinneringen: ‘Wat zit er nog meer in de doos? Ah, ja wat schattig….’ Met als gevolg dat er een uur verstrijkt en ik nog niets gevonden dan wel opgeruimd heb.

Opruimdiscipline

De orde die er ooit is geweest heeft het afgelegd tegen mijn gemakzucht. Zoals Ellie Lust in ‘Het taaljaar 2016’ van Van Dale de noodzaak van etherdiscipline benadrukt, zou ik baat hebben bij ‘opruimdiscipline’.

Met een mok dampende koffie speur ik internet af (uitstelgedrag!) op zoek naar tips & tricks en stuit op de site van De groene meisjes. In hun blog over opruimen schrijven zij onder meer over Marie Kondo. Eén van de criteria van de Japanse opruimgoeroe is, dat je alleen dát bewaart waar je gelukkig van wordt. Maar met vier mede-bewoners is dit niet zo eenvoudig als het klinkt; Ik kan dan wel doodongelukkig van de afgeleefde Barbies van onze dochter raken, maar als zij daar juist heel blij van wordt, kan ik het niet over mijn moederhart verkrijgen om de mini-mannequins met schoenendoos en al naar de kringloopwinkel te brengen….   

Nog even terug naar mijn voornemen: De laatste weken van het jaar ga ik benutten om mezelf, tussen het kerstfeest en het oliebollen bakken door, geestelijk voor te bereiden op de operatie. Opruimen mag dan een kunst zijn, genieten is dat ook. Nadat in januari De Drie Wijzen op kraamvisite zijn geweest bij Jozef en Maria in de stal (laatst gezien: links van de kampeerspullen), ga ik met de mijzelf opgelegde opruimdiscipline de zolder op.

Oh, als iemand nog een stok voor me heeft, graag. Dan zet ik die achter de deur. Ik zal ‘m, naast een thermoskan koffie, hard nodig hebben.