Zwalkend tussen licht en
duister tussen wat te
willen en te zijn
duister tussen wat te
willen en te zijn
In gedachten in het
lentegroen van het jonge
bos eet een broodje
naast een zwam de
eekhoorn knort je deelt
met hem jouw brood
en gedachten zijn staart
krult sierlijk als hij
schijnbaar gewichtsloos de majestueuze
eikenboom omhoog rent
een zonnestraal
een merel
een schaduwspel van jonge blaadjes
Je blijft nog even